
Je had het zó goed gepland: dit weekend zou je rust nemen.
Eindelijk. Geen klusjes. Geen to-dolijsten. Misschien zelfs een boek, of gewoon… een beetje staren.
Maar toen zat je daar.
Met een wasmand op schoot.
Een peuter op je hoofd.
En een hoofd vol gedachten die maar niet wilden stoppen.
Rust mislukte. Alwéér.
En dat voelt niet alleen vermoeiend, het kan ook een beetje voelen als falen.
Maar dat is het niet. Echt niet.
Laten we kijken waarom rust soms niet lukt en wat je dan wél kunt doen. Mild, realistisch en haalbaar. Geen lavendelkaars verplicht.
Waarom rust nemen zo lastig is
Rust nemen lijkt simpel: even niks.
Maar voor veel mensen, zeker als je hoofd vaak ‘aan’ staat of je systeem gevoelig is, is rust nemen eerder topsport.
Rust lukt vaak niet als:
-
Je lijf gespannen is, maar je hoofd blijft doordraaien.
-
Je denkt dat je eerst ‘genoeg’ moet doen om rust te verdienen.
-
Je een soort Pinterest-rust voor ogen hebt: bubbelbad, stilte, kaarslicht.
-
Je systeem simpelweg niet weet hoe je moet afschakelen.
-
De buitenwereld (kinderen, werk, appjes, verwachtingen) harder roept dan jouw rustknop.
De goed nieuws is: het ligt niet aan jou.
Het ligt aan je context, je gewoontes, je brein. En daar kun je op een zachte manier iets in bewegen.
Als rust niet lukt: wat dan?
1. Erken het. Zonder oordeel.
Niet meteen streng zijn voor jezelf. Geen "zie je wel" of "ik kan ook niks".
Gewoon: “Hm. Rusten lukte niet. Morgen weer een kans.”
2. Zie rust als iets wat je mag oefenen.
Rust is geen aan/uit-knop. Het is iets wat je oefent.
Elke keer dat je opnieuw probeert, telt.
3. Herinner jezelf eraan: rust is geen beloning
Je hoeft niets te ‘presteren’ om rust te verdienen.
Rust is een basisbehoefte. Net als eten. Of naar de wc gaan (en zelfs dát is soms al lastig met kinderen in huis).
Je lichaam weet het eerder dan jij
Je lijf fluistert al lang voor het begint te schreeuwen.
Kun jij het fluisteren horen?
Let op deze signalen:
- Je schouders zitten plotseling in je nek.
-
Je voelt een gekke onrust in je borst of buik.
-
Je laat constant dingen vallen of vergeet van alles. (Overprikkeling, hallo!)
-
Je zucht diep… en schrikt er zelf van.
Mini check-in:
👉 Hoe voelt mijn lijf nu?
👉 Adem ik rustig of gejaagd?
👉 Heb ik ergens behoefte aan?
Zo kun je rust weer voorzichtig oppakken
Rust hoeft niet groot of perfect te zijn. Begin klein. Zoals:
- Vijf minuten op de wc zitten met de deur op slot (pure luxe!).
- Een liedje luisteren met je hand op je hart
- Uit het raam staren zonder iets te moeten
- Een kop thee zonder je telefoon erbij
Rust is geen project. Het is thuiskomen.
Kleine stappen, groot verschil
-
Plan rust bewust in. Niet als “als er tijd over is”, maar als iets met prioriteit.
-
Zeg vaker nee. De wereld vergaat niet als de vaat blijft staan.
-
Zet reminders neer. Kaartje op de koelkast: “Adem. Je mag het zacht doen.”
-
Maak een mini-rustroutine.
– Elke ochtend 2 minuten ademhalen voor je je telefoon pakt.
– Elke avond een warm washandje op je voorhoofd.
Dit zijn kleine rituelen, met grote impact.
Belangrijk om te onthouden
🔸 Rust is niet altijd stilzitten. Voor sommigen is het: wandelen, kleuren, iets ordenen. Ontdek wat jóu kalmeert.
🔸 Weerstand voelen is normaal. Je brein denkt: "We doen niks, dus we zijn niet nuttig." Zeg gerust: “Stil maar, brein.”
🔸 Je bent geen machine. Elke dag is anders. Wat gisteren hielp, hoeft vandaag niet te werken. En dat is oké.
Tot slot
Als rust je weer niet lukt…
Adem één keer diep in. En onthoud:
Je hoeft niks af te vinken om rust te ‘verdienen’.
Je hoeft niet perfect te zijn om goed voor jezelf te zorgen.
Rust is geen eindstation.
Het is iets wat je steeds opnieuw mag opzoeken.
En als het vandaag niet lukt? Dan morgen. Of straks. Of tussen twee boterhammen met pindakaas door.
Elke poging telt.
Reactie plaatsen
Reacties